maandag, maart 24, 2008

Tokkelroom Brulee.

Binnenkort word ik 42, een leeftijd waarop de midlifecrisis zich bij veel mannen in volle hevigheid manifesteert. Neen, voor mij geen sportwagen, motor of buitenechtelijke relatie, ik zoek het in masculinaire activiteiten; een heel varken verwaarden bijvoorbeeld. Sinds kort ben ik ook in het bezit van een heuse gasbrander. Niet zo'n klein creme brulee brandertje, dat is voor mietjes, maar een fatsoenlijk mannelijke camping gaz verfafbrander. Ideaal voor het maken van creme brulee inderdaad of het bruinen van op lage temperatuur gegaard vlees. Grote vlammen en veel geraas in de keuken, dat zal ze leren.

Mijn zuster gaat door een moeilijke periode. Ze kwam vandaag dan ook aanzetten met een half opgegeten pot tokkelroom, een dubieus soort advocaat. Dit bracht mij op een idee: Tokkelroom-Brulee. Een waarlijk geniale ingeving die mij onsterfelijk zal maken. Eerder frituurde ik al advocaat in vloeibaar stikstof, maar dit was toch wel de overtreffende trap.

De smaak viel dan weer enorm tegen, voornamelijk tokkelroom en weinig brulee.

dinsdag, maart 18, 2008

J.W.F. Werumeus Buning: Dichter-Kok.

Het voorjaarsnummer van Bouillon bevat een stukje van mijn hand over Werumeus Buning (1891-1958). Hij was een van de eersten die in Nederland over eten schreef, een genre dat wij nu culinair proza zouden noemen. Zijn 100 avonturen met een pollepel was het eerste boek dat ik tot mij nam waarin het nuttigen van voedsel centraal stond. Het maakte een diepe indruk op mij en is 1 van de pijlers van de Nederlandse gastronomische literatuur. Helaas is Buning nogal in de vergetelheid geraakt, als u al geen abonnement op Bouillon heeft, spoed u naar den boekhandel en overtuig u van het genie van Buning!

Ik heb een duel in verzen tussen Vestdijk en Buning aan de vergetelheid ontrukt en ook een interview met Joop Braakhekke gedaan waarin hij onthult dat Buning zijn geheime inspiratiebron is. De opkomst en ondergang van Buning als dichter, zijn oorlogsverleden, alles komt aan bod.

Als u het niet meer houdt, Bunings 100 avonturen met een pollepel (1939) is sinds kort integraal op het interweb gezet, lees en geniet!

De foto boven dateert uit de 50er jaren en heb ik met hulp van het letterkundig museum gevonden. Het komt nogal geposeerd over en het meest bizarre vind ik nog dat Buning een pinkring lijkt te dragen. Was dat mode in die tijd?

Buning wordt al lang niet meer herdrukt en dat is niet terecht. Uitgevers doe uw plicht! Ik lever tegen een geringe vergoeding een inleidend essay...

Ik ben natuurlijk best een beetje trots op dit artikel, als onverbeterlijke beta produceer ik beroepshalve dit soort artikelen. Heel interessant natuurlijk maar onbegrijpelijk voor de meeste mensen. Erg bevredigend eens een alfa verhaal voor een veel breder publiek te publiceren.

Later meer over Buning.

zaterdag, maart 15, 2008

Zeeduivel-lever; Ankimo

Bij de visboer lagen rare witte flappen. "Wat zijn dat?" "Zeeduivel levers." "Doe er maar eentje."
Daar zat ik dus thuis met de lever van een zeeduivel. De hypotheek hoefde niet opgehoogd overigens, ik betaalde er anderhalve euro voor.

Beroepshalve heb ik heel wat levers gezien, meestal van knaagdieren maar ook menselijke exemplaren. Macroscopisch waren deze zeeduivellevers een openbaring. Helemaal wit, net als de vette levers van met voedsel volgepropte ganzen of eenden. Best lekker foie gras, maar wel wat dieronvriendelijk. Ik eet het hoogst zelden. Een dergelijke vette lever zie je in het wild alleen bij hele zieke mensen of knaagdieren met rare genetische afwijkingen.
De zeeduivel die deze lever doneerde werd echter gewoon uit de Noordzee gerukt, de lever hoort dus zo vet te zijn. Her en der wordt zeeduivellever dan ook aanbevolen als het diervriendelijke alternatief voor de foie gras. Beetje jammer alleen dat de zeeduivel door de viswijzer niet echt wordt aangeraden. Het is dan ook een zeer smakelijke vis die soms word ingezet als imitatie kreeft, en "dus" wordt overbevist. De levers zijn een bijproduct en zeer goedkoop.


Maar goed, daar zat ik dus met die lever. Wat moet je ermede? De visboer adviseerde kort bakken. Naspeuringen leerden mij dat gestoomde zeeduivellever een Japanse delicatesse is: Ankimo.

Dat ging ik dus maken. De lever schoongemaakt door de bloedvaten en het buitenste vlies zo goed mogelijk te verwijderen. De lever valt daardoor iets uitelkaar maar dat is niet erg. Een half uur in flink wat witte wijn met zout en peper laten marineren. De lever daarna strak opgerold in een stuk aluminiumfolie en een half uur laten stomen in de stoompan. Af laten koelen en een uurtje laten opstijven in de koelkast. Plakken snijden en serveren met wat sojasaus.

Lekker! Nauwelijks vissig en het heeft inderdaad wel wat weg van foie gras. Minder vet en steviger, maar dat kan aan mijn wijze van bereiden liggen. Helemaal geen leversmaak.

zondag, maart 09, 2008

De Hawaiiaanse Keuken: Lomi Lomi Zalm

Tijdens een kampeervakantie op Kauai, het groenste eiland van de Hawaii archipel, kochten we ooit een portie Salmon Lomi Lomi voor de lunch. We waren net een canyon uitgeklommen, waar we op de bodem gekampeerd hadden, en aten de zalm aan het strand op. Deze omstandigheden zijn wat lastig na te bootsen onder de rook van de A10 maar toch probeerde ik het recept voor Salmon Lomi Lomi uit James McNair's Salmon Cookbook. Het is een soort variatie op de ceviche, vis "gegaard" in limoensap.

Ik had ongeveer twee ons zeer verse zalm en sneed deze in blokjes van een halve cm. Bij de zalm voegde ik drie tasty tom tomaten in stukjes, een halve bos fijngehakte peterselie (platte, sorry) een fijngehakt uitje en Spaanse peper, een flinke eetlepel suiker en twee eetlepels zout. Het sap van drie limoenen erbij, goed roeren en een dagje in de koelkast laten staan.

Super super, echt heel lekker.

Het originele recept gaat uit van koriander in plaats van peterselie, dat smaakt vast ook uitstekend.
Bij het nazoeken op het interweb kwam ik er achter dat dit recept voor Salmon lomi lomi misschien eerder een versie van Salmon poke is, een ander Hawaiiaans gerecht.
De Hawaiiaanse keuken is zowieso heel interessant. Het is een mengsel van Polynesisch, Japans, Zuid- en Noord Amerikaans. Hier heet een gerecht al Hawaiiaans als er een deprimerende plak ananas op gekwakt is maar dat is in feite een grove belediging.

Bevroren Vlees Zagen.

Van het Berkshire varken is niet veel meer over, wat worsten, confit en een varkenshiel verblijven nog in onze vriezer. De laatste uitdaging is een stuk varkensbuik van ruim 3 kilo.
Marineren en langzaam garen leek me wel lekker. Maar, drie kilo is dan wel wat veel, het stuk moest dus kleiner.

Zoals iedere Man ben ik in het bezit van een ruime collectie vrijwel ongebruikt gereedschap. Keus te over; boorhamer met beitel, decoupeerzaag, ijzerzaag of verstekzaag, wat zou het beste zijn? Uiteindelijk voor een simpele houtzaag gekozen, werkt uitstekend!

woensdag, maart 05, 2008

Surinaamse Kookboeken.

Ik houd erg van de Surinaamse keuken. Misschien omdat ik ruim drie jaar in de Bijlmer hoogbouw woonde maar misschien ook wel omdat mijn oma ooit het eerste Surinaamse kookboek schreef. Oma was namelijk oprichtster en eerste directrice van de "Eerste Surinaamse Huishoud- en Industrieschool". In 1939 bracht zij een boekje uit getiteld: "Wat de Surinaamse Pot Schaft". Ik had me nooit de historische significantie van dit boek gerealiseerd tot ik "Koks en Keukenmeiden" van Johannes van Dam en Joop Witteveen las.
In dit boek wordt namelijk een anonieme uitgave uit 1954 aangehaald als het eerste Surinaamse kookboek. Het voorbeeldrecept uit dit boek kwam me wel heel bekend voor: letterlijk overgenomen uit het kookboek van mijn oma uit 1939!
Nadat ik contact had opgenomen met Johannes van Dam is dit alles rechtgezet en heeft het boekje van mijn oma zijn rechtgeaarde plek in de gastronomische bibliotheek ingenomen als eerste Surinaamse kookboek.

Door deze activiteiten ben ik in contact gekomen met Diana Dubois en Karin Vaneker, die beide geinteresseerd zijn in de Surinaamse keuken en daar boeken over uitgeven.

Onlangs werd ik uitgenodigd voor de presentatie van een nieuw Surinaams kookboek op het stadsdeelkantoor van Amsterdam Zuid Oost. Mavis kookt is gebaseerd op de recepten van Mavis Hofwijk en is samengesteld door Karin Vaneker. Mavis Hofwijk heeft al ruim 20 jaar een Surinaams cateringbedrijf in de Bijlmer; Surinaams Buffet. Ze is de uitvindster van de rotirol en een begrip in de Surinaamse gemeenschap. Haar recepten zijn nu dus gebundeld in dit nieuwe kookboek.
Het was een leuke bijeenkomst, stadsdeelraadvoorzitter Elvira Sweet bood het het eerste exemplaar aan Mavis Hofwijk aan waarbij ze in haar toespraak benadrukte dat niet alle Surinamers goed kunnen koken. Hiermede doelde ze waarschijnlijk vooral op zichzelf. Het eerste exemplaar werd vervolgens door Mavis Hofwijk weer aangeboden aan de Surinaamse cabaretiere Jetty Mathurin.
Er waren lekkere bruine bonen met rijst, pom, peper en heerlijk gemberbier, ik heb me goed vermaakt.


Diana Dubois bracht vorig jaar "wat de Surinaamse pot schaft" uit. Inderdaad, de titel is overgenomen van het kookboekje van mijn oma. Het is een volwaardig Surinaams kookboek maar, wanneer je het omdraait, ook een novelle over de "erotische, hilarische, maar soms ook aangrijpende belevenissen van zeven weergaloos optimistische vriendinnen van in de dertig."

Welk kookboek moet u nu aanschaffen voor een goede basiskennis van de Surinaamse keuken?
Het grote voordeel van het boekje van Diana Dubois is dat er foto's van Surinaamse levensmiddelen in staan; dan kunt u als een kenner overkomen en op de markt of in de toko heel relaxed tayerblad, napi en sopropo aanschaffen. Ook aardig van dit boek is dat bij ieder recept is aangegeven uit welke cultuur het afkomstig is. Voor sommigen misschien een verassing maar DE Surinaamse keuken bestaat natuurlijk helemaal niet. Het is een allegaartje van Hindoestaanse, Afrikaanse, Joodse en Chinese invloeden.

Het boek van Mavis is omvangrijker en heeft een wat speelsere receptuur. Beide boeken zijn mooi vormgegeven waarbij vooral het boek van Mavis een hoog koffietafelgehalte heeft.
De klassiekers zoals bruine bonen met rijst, pom, pindasoep met tomtom, moksie alesie en roti staan in beide boeken goed beschreven. Een duidelijke voorkeur heb ik niet.

Wanneer u na het lezen van deze boeken echt enthousiast bent geworden over de Surinaamse keuken is de klassieke uitgave "Groot Surinaams Kookboek" onontbeerlijk. Uitgegeven door de vader van Diana Dubois en geschreven door A.A. Starke en M. Samsin-Hewitt, leraressen van de Eerste Surinaamse Huishoudschool die mijn oma ooit heeft opgericht. Duidelijk van voor het tijdperk dat kookboeken door stylisten en designers werden vormgegeven maar een hele mooie catalogus van wat de Surinaamse keuken te bieden heeft. Helaas is dit boek niet nieuw meer te krijgen en ook tweedehands zult u moeite hebben het te vinden.

Honger gekregen en geen tijd om naar de boekhandel te gaan? Kijk dan hier eens.


"Mavis kookt". Fontaine Uitgevers, ISBN:978 90 5956 243 1, € 17,90

"Wat de Surinaamse Pot Schaft". Diana Dubois, Uitgeverij Dubois, ISBN:97890 7581202 2, € 14,90

zaterdag, maart 01, 2008

Gevriesdroogde Meelwormen; zijn ze lekker?


Het eten van insecten, de oplossing voor het wereldvoedselprobleem of een hype?
Ik kocht doosjes gevriesdroogde meelwormen, gaf er eentje cadeau en proefde ze vandaag.

De reactie van mijn echtgenote: "Bah, dat ga ik niet eten!"
De reactie van mijn geliefde kleuter (4 jaar): "Zijn dat wormpjes? Zijn ze al dood? (en na proeven) MMMM, Lekker!"
Uit zijn reactie blijkt overigens maar weer dat de afkeer van het eten van insecten waarschijnlijk voornamelijk een kwestie van conditionering is.
Na het overwinnen van de (toegegeven) schroom valt de smaak zwaar tegen. Licht nootachtig maar vooral erg droog en knapperig.
Proefnotities: Zeer smakeloze popcorn, zonder vet gebakken, voornamelijk uit velletjes bestaande sensatie. Niet vies maar vooral droog met harde velletjes die tussen de tanden blijven hangen. Geen nasmaak.

We proefden ze puur. Mijn zeun en ik waren het eens dat ze er met wat peper en zout of andere smaakmakers op vooruit zouden gaan.

Wat mij betreft zijn deze Triobolo's een gimmick, leuk om eens te proberen maar daar blijft het bij. Zeker niet vies of afstotelijk maar qua smaak gewoon niet interessant.
Misschien zijn ze vers beter, ik stel me er dan een wat romiger sensatie bij voor...

Is de consumptie van insecten dan de oplossing voor het wereldvoedselprobleem? Insecten zijn inderdaad een goedkope bron van eiwitten maar de kweek van soja, eventueel verrijkt door genetische modificatie, is natuurlijk nog veel efficienter.